Afgelopen weekend verscheen er interessante interview in Trouw met Ivan Krastev (Letter en Geest, 13 april, helaas alleen voor mensen met een abonnement beschikbaar). Hij heeft net een boek gepubliceerd ‘In mistrust we trust’. Het interview met Krastev is verfrissend – alleen al om de zinnen: ‘Er is niks mis met wantrouwen. Dat hoort bij een democratisch systeem. Het is altijd nodig dat mensen de macht wantrouwen.’ In de rest van het interview betoogt hij dat het wantrouwen echter is doorgeslagen. Als we door blijven gaan met politici zo wantrouwen, trek je geen goede mensen meer aan voor de publieke zaak, en komen we in een neergaande spiraal terecht van meer wantrouwen en slechtere politici. Die wantrouwen heeft ook de vernieuwing die nodig is in deze maatschappij lamgelegd, is zijn conclusie.
Is het wantrouwen of control?
De opvatting dat er vanuit wantrouwen geen beweging mogelijk is, vinden wij echter te kort door de bocht. De stilstand waar hij over spreekt is geen gevolg van een overdosis wantrouwen, maar omdat er als reactie op dat wantrouwen een enorm control-stelsel aan het werk is gezet. Pas als dat stelsel wordt losgelaten, zal er ruimte voor beweging ontstaan.
Vertrouwen en wantrouwen zijn tegenpolen, dat heeft Krastev goed gezien. En dat wantrouwen ook gezond kan zijn – vooral in relatie tot macht – dat hebben we uit het collectieve bewustzijn verdrongen. Krastev stelt wantrouwen echter gelijk aan control. Dat is onjuist. Control staat voor grip hebben op de situatie, inzicht en overzicht, transparantie, en systemen voor beheer. Wantrouwen is iets in de relatie tussen mensen, niet weten wat de ander gaat doen, onzekerheid. Wantrouwen is iets van mensen, control iets van systemen. Wantrouwen leidt niet automatisch tot control. En vertrouwen en control kunnen ook prima samen gaan. Kijk maar naar organisaties als grote musea: in control in de omgang met de collectie, en een groot vertrouwen van het publiek. Bouwen of afbreken van vertrouwen of bouwen en afbreken van control zijn strategieën die los van elkaar kunnen werken.
Waarom zitten we stil?
Waar komt dan de kramp vandaan waarin we nu leven, waar Kastev aan refereert? Waarom wordt er niet iets nieuws gebouwd? Dat komt niet door de toename van wantrouwen. Dat is in tijden van turbulentie en verandering een normaal verschijnsel – en juist dat kan leiden tot innovatie. De stilstand komt door de overdosis aan control-maatregelen die politiek en overheid afgelopen decennia hebben genomen. Bij ieder incident is er gereageerd met meer wetgeving, meer regels, meer toezicht, meer transparantie. Al die control-maatregelen zetten het systeem steeds verder vast.
De bestuursstijl van het huidig kabinet gaat de stilstand niet oplossen. Het kabinet Rutte 2 zet bestuurlijk in op een stevige (maar ‘incrementele’) verschuiving in de verhoudingen tussen rijk, provincie, gemeenten en middenveld. Het gaat om vergroting van de bestuurlijke kracht van de lokale overheid en verdere ‘bureaucratisering’ van de taakorganisaties zoals waterschappen. Voor de broodnodige draagvlak worden de sociale partners uitgenodigd, die een baaierd aan extra regelgeving en structuren met elkaar afspreken. Op alle fronten wordt een koers gevaren richting versterking van de control. Met een repressie die begint pijn te doen bij hardrijders, wildplassers, slordige ondernemers en andere niet-criminele burgers. Stagnatie – alle kwiekheid van Rutte ten spijt.
Hoe komen we weer in beweging?
Er is echter een route die voor innovatie en het bouwen van iets nieuws de enige combinatie is: namelijk geen vertrouwen, EN geen control.
In onze informatiesamenleving is er het afgelopen decennium een heel nieuwe ruimte ontstaan voor losse, zinvolle, inhoudsgedreven communicatie en relaties. Nu kan je bijvoorbeeld via de 1%Club makkelijk, samen met anderen een ontwikkelingsproject financieren (http://www.1procentclub.nl/). Stadslab Leiden verzamelt Leids talent om leuke dingen voor de stad te verzinnen en uit te voeren (http://www.stadslableiden.nl). Er wordt hierbij niet eindeloos geïnvesteerd in het verbeteren van de relatie (een kenmerk van vertrouwen) en de uitkomst van het geheel is niet voorspelbaar (er is dus sprake van weinig control). Dit soort initiatieven vernieuwt de samenleving echt.
Alleen de denkwereld in onze instituten van overheid, markt en middenveld blijft hiërarchisch, risico-gedreven, niet op inhoud gericht, maar op de continuïteit van de organisatie. Hoe zullen die omgaan met een samenleving die meer ruimte geeft voor deze losse vormen van samenwerking en onvoorspelbare resultaten? En waarin losse verbanden de dienst gaan uitmaken? We weten het niet. Maar één ding is zeker. Met nog meer regels en handhaving gaan we er niet komen.